En zo gaan we dat doen!
Vraag aan je juf of meester of je je eigen fiets naar binnen mag halen om deze eens even goed te bekijken. De fiets heb je nodig om deze opdracht goed uit te kunnen voeren (als je je fiets niet naar binnen mag halen, zoek dan op het internet een duidelijk plaatje van een fiets).
Bekijk je fiets eens goed en praat erover met een klasgenoot of je leerkracht. Welke onderdelen heeft het allemaal? Hoe zitten deze onderdelen aan elkaar vast? De onderdelen die jouw fiets heeft, heeft elke fiets die? Zijn er onderdelen van jouw fiets die we weg zouden kunnen laten, maar wel zo dat je er nog op kunt fietsen? We gaan verder met het bekijken van de plaatjes hieronder. Wat zie je? Zijn deze plaatjes uit deze tijd? Waaraan zie je dat? Om te kijken wat we allemaal kunnen met de materialen die we hebben, gaan we op onderzoek uit.
Probeer op kladpapier met je potlood uit wat er gebeurt als je voorzichtig met je potlood tekent of juist harder op het potlood drukt. Probeer je eigen fiets na te tekenen door goed te kijken naar de onderdelen die er allemaal zijn. Teken je fiets gezien van verschillende kanten (voorkant, achterkant en zijkant). Hoe zien de onderdelen van de fiets er uit? Zijn het alleen streepjes of is het hele onderdeel zichtbaar? Je hoeft op deze tekening nog geen details te tekenen. Probeer hierbij op verschillende manieren met je potlood te tekenen zoals je net hebt geoefend. Heb je je fiets nagetekend? Dan mag je proberen er een luchtfiets van te maken! Dit ga je doen door 3 verschillende schetsen te maken van 3 verschillende luchtfietsen. Plak je er onderdelen bij aan? Of laat je juist onderdelen weg? Hoe zorg je ervoor dat je met jouw fiets kunt vliegen? Of kun je er mee over het water? Ontwerp 3 verschillende luchtfietsen in maximaal 10 minuten (het hoeft geen perfecte tekening te zijn, het is maar een schetsje!). Kies uit deze schetsen hoe je je luchtfiets straks met Oost-Indische inkt gaat tekenen. Als dat klaar is, gaan we onderzoeken wat je allemaal kunt doen met Oost-Indische inkt. Om dit te weten te komen, gaan jullie de 3 filmpjes die hier onder staan zelf bekijken. Bij het werken met Oost-Indische inkt heb je al snel een veeg of een spetter op je papier. Bekijk de filmpjes hieronder. De jongen zal jullie vertellen hoe je dit kunt voorkomen.
Als je de filmpjes hebt bekeken, mag je het zelf gaan uitproberen. Probeer het een en ander met Oost-Indische inkt op een kladblaadje. Kijk wat er gebeurt. Wat vind je mooi? Wat vind je niet zo mooi? Hoe ga jij straks zelf aan het werk met Oost-Indische inkt? Probeer maar wat uit op je kladblaadje!
Nu gaan we verder. Je gaat zo meteen op je tekenpapier een gewone, simpele fiets schetsen. Besteed hier niet te veel tijd aan (maximaal 10 minuten), het gaat straks om de tekening met Oost-Indische inkt! Als eerste mag je je gum opruimen, die mag je bij schetsen niet gebruiken. Bij schetsen maak je namelijk hele dunne en korte lijntjes door je potlood heel losjes tussen je vingers te houden. Je schets zou er zo uit kunnen zien als op het plaatje hieronder (het is JOUW schets, dus hij hoeft er niet precies zo uit te zien!): Als je deze gewone, simpele fiets op papier hebt staan, ga je bedenken wat er aan de fiets zou kunnen veranderen in de toekomst. Pak je schetsen erbij om te weten wat je wilt gaan tekenen. Probeer hierbij nog steeds te blijven schetsen, zo kun je veel dingen nog aanpassen als je ze toch nog niet mooi genoeg vindt.
Als je zeker weet dat je ontwerp klaar is, mag je aan het werk met de kroontjespen en Oost-Indische inkt. Bedek eerst de tafel met kranten om te voorkomen dat er Oost-Indische inkt op de tafel kan komen. Denk bij het werken met een kroontjespen aan de punt van de pen. Deze is erg makkelijk kapot te krijgen door er bijvoorbeeld hard op te drukken. Om een mooie lijn op papier te krijgen, hoef je niet hard te drukken op de kroontjespen. Denk ook aan je kleren, Oost-Indische inkt gaat in de wasmachine niet uit je kleren! Teken alle lijntjes die je op je tekening wilt hebben over met de kroontjespen. Klaar? Laat dan je tekening drogen op een plek die je bepaalt in overleg met je juf of meester. |
Dit heb je nodig:- Kladpapier
- 1 vel tekenpapier - Potlood - Kroontjespen - Oost-Indische inkt - Tissue - Kranten (om op tafel te leggen) DoelTijdens deze les denk je na over de toekomst van de fiets. We gaan er vanuit dat we in de toekomst nog steeds een fiets hebben, maar hoe zal deze er dan uit zien?
Alleen of samen?Deze opdracht maak je voor een deel samen en voor een deel alleen. Je mag samen overleggen, maar je maakt je eigen schetsen en je eigen luchtfiets met Oost-Indische inkt.
|